Aplazar — traducción Español Holandés. Traducir Aplazar en Holandés

aplazar (v) (tiempo)	op de lange baan schuiven (v) (tiempo)
aplazar (v) (tiempo)	opschorten (v) (tiempo)
aplazado aplazan aplazas aplazaban aplazabas	opgeschort schorten op schort op schortte op schortten op
aplazar (v) (tiempo)	opschuiven (v) (tiempo)
aplazado aplazan aplazas aplazaban aplazabas	opgeschoven schuiven op schuift op schoven op schoof op
aplazar (v) (diferir)	verschuiven (v) (diferir)
aplazado aplazan aplazas aplazaban aplazabas	verschoven verschuift verschuiven verschoven verschoof
aplazar (v) (derecho)	verdagen (v) (derecho)
aplazado aplazan aplazas aplazaban aplazabas	verdaagd verdaagt verdagen verdaagden verdaagde
aplazar (v) (tiempo)	ophouden (n) (v) (tiempo)
aplazado aplazan aplazas aplazaban aplazabas	opgehouden houdt op houden op hield op hielden op
aplazar (v) (diferir)	opschorten (v) (diferir)
aplazado aplazan aplazas aplazaban aplazabas	opgeschort schorten op schort op schortte op schortten op
aplazar (v) (diferir)	opschuiven (v) (diferir)
aplazado aplazan aplazas aplazaban aplazabas	opgeschoven schuiven op schuift op schoven op schoof op
aplazar (v) (tiempo)	vertragen (v) (tiempo)
aplazado aplazan aplazas aplazaban aplazabas	vertraagd vertraagt vertragen vertraagde vertraagden
aplazar (v) (diferir)	naar later verschuiven (v) (diferir)
aplazar (v) (tiempo)	uitstellen (v) (tiempo)
aplazado aplazan aplazas aplazaban aplazabas	uitgesteld stelt uit stellen uit stelde uit stelden uit
aplazar (v) (derecho)	opheffen (n) (v) (derecho)
aplazado aplazan aplazas aplazaban aplazabas	opgeheven heffen op heft op hief op hieven op
aplazar (v) (tiempo)	schorten (v) (tiempo)
aplazado aplazan aplazas aplazaban aplazabas	geschort schort schorten schortte schortten
aplazar (v) (tiempo)	verdagen (v) (tiempo)
aplazado aplazan aplazas aplazaban aplazabas	verdaagd verdaagt verdagen verdaagden verdaagde
aplazar (v) (diferir)	op de lange baan schuiven (v) (diferir)
aplazar (v) (tiempo)	naar later verschuiven (v) (tiempo)
aplazar (v) (diferir)	uitstellen (v) (diferir)
aplazado aplazan aplazas aplazaban aplazabas	uitgesteld stelt uit stellen uit stelde uit stelden uit
aplazar (v) (tiempo)	verschuiven (v) (tiempo)
aplazado aplazan aplazas aplazaban aplazabas	verschoven verschuift verschuiven verschoven verschoof
aplazar (v) (diferir)	schorten (v) (diferir)
aplazado aplazan aplazas aplazaban aplazabas	geschort schort schorten schortte schortten
aplazar (v) (diferir)	verdagen (v) (diferir)
aplazado aplazan aplazas aplazaban aplazabas	verdaagd verdaagt verdagen verdaagden verdaagde

Traducir Aplazar en otros idiomas

— Traducir aplazar en Inglés

— Traducir aplazar en Alemán

— Traducir aplazar en Francés

— Traducir aplazar en Italiano

— Traducir aplazar en Portugués

— Traducir aplazar en Esloveno

— Traducir aplazar en Polaco

— Traducir aplazar en Checo

Aplazar — Español Holandés traducción20 traducciones encontrado