complementar
(v)
(general)
|
aanvullen
(n)
(v)
(general)
|
complementado
complementan
complementas
complementabas
complementaban
|
aangevuld
vullen aan
vult aan
vulden aan
vulde aan
|
complementar
(v)
(importe)
|
completeren
(v)
(importe)
|
complementado
complementan
complementas
complementabas
complementaban
|
gecompleteerd
completeert
completeren
completeerden
completeerde
|
complementar
(v)
(importe)
|
aanvullen
(n)
(v)
(importe)
|
complementado
complementan
complementas
complementabas
complementaban
|
aangevuld
vullen aan
vult aan
vulden aan
vulde aan
|
complementar
(v)
(general)
|
completeren
(v)
(general)
|
complementado
complementan
complementas
complementabas
complementaban
|
gecompleteerd
completeert
completeren
completeerden
completeerde
|
complementar
(v)
(general)
|
vervolledigen
(v)
(general)
|
complementado
complementan
complementas
complementabas
complementaban
|
vervolledigd
vervolledigen
vervolledigt
vervolledigden
vervolledigde
|
complementar
(v)
(importe)
|
vervolledigen
(v)
(importe)
|
complementado
complementan
complementas
complementabas
complementaban
|
vervolledigd
vervolledigen
vervolledigt
vervolledigden
vervolledigde
|