constituir
(v)
(jurado)
|
samenstellen
(v)
(jurado)
|
constituido
constituyes
constituyen
constituían
constituías
|
samengesteld
stellen samen
stelt samen
stelde samen
stelden samen
|
constituir
(v)
(parte)
|
vertegenwoordigen
(v)
(parte)
|
constituido
constituyes
constituyen
constituían
constituías
|
vertegenwoordigd
vertegenwoordigt
vertegenwoordigen
vertegenwoordigde
vertegenwoordigden
|
constituir
(v)
(componer)
|
samenstellen
(v)
(componer)
|
constituido
constituyes
constituyen
constituían
constituías
|
samengesteld
stellen samen
stelt samen
stelde samen
stelden samen
|
constituir
(v)
(formar)
|
vertegenwoordigen
(v)
(formar)
|
constituido
constituyes
constituyen
constituían
constituías
|
vertegenwoordigd
vertegenwoordigt
vertegenwoordigen
vertegenwoordigde
vertegenwoordigden
|
constituir
(v)
(parte)
|
uitmaken
(v)
(parte)
|
constituido
constituyes
constituyen
constituían
constituías
|
uitgemaakt
maakt uit
maken uit
maakte uit
maakten uit
|
constituir
(v)
(parte)
|
vormen
(v)
(parte)
|
constituido
constituyes
constituyen
constituían
constituías
|
gevormd
vormen
vormt
vormden
vormde
|
constituir
(v)
(jurado)
|
vormen
(v)
(jurado)
|
constituido
constituyes
constituyen
constituían
constituías
|
gevormd
vormen
vormt
vormden
vormde
|
constituir
(v)
(formar)
|
vormen
(v)
(formar)
|
constituido
constituyes
constituyen
constituían
constituías
|
gevormd
vormen
vormt
vormden
vormde
|
constituir
(v)
(componer)
|
vormen
(v)
(componer)
|
constituido
constituyes
constituyen
constituían
constituías
|
gevormd
vormen
vormt
vormden
vormde
|