Contacto — Español Holandés traducción11 traducciones encontrado

contacto (m) (n) (hombre) contactpersoon (m) (n) (hombre)
contacto (m) (n) (mujer) contactpersoon (m) (n) (mujer)
contacto (m) (n) (persona) contact (n) (n) (persona)
contacto (m) (n) (persona) connectie (f) (n) (persona)
contacto (m) (n) (tacto) contact (n) (n) (tacto)
contacto (m) (n) (electricidad) contact (n) (n) (electricidad)
contacto (m) (n) (electricidad) connectie (f) (n) (electricidad)
contacto (m) (n) (electricidad) contactpersoon (m) (n) (electricidad)
contacto (m) (n) (persona) contactpersoon (m) (n) (persona)
contacto (m) (n) (tacto) connectie (f) (n) (tacto)
contacto (m) (n) (tacto) contactpersoon (m) (n) (tacto)
Contacto ejemplos15 ejemplos encontrado
estar en contacto con contact onderhouden met
estar en contacto con communiceren met
estar en contacto con contact hebben met
haber perdido el contacto con geen contact meer hebben met
hacer contacto con contacteren
hacer contacto con contact opnemen met
lente de contacto contactlens
mantenerse en contacto contact onderhouden met
mantenerse en contacto omgaan met
perder el contacto con uit het oog verliezen
perder el contacto con het contact verliezen met
poner en contacto samenbrengen
poner en contacto bijeenbrengen
superficie de contacto vlak van overeenkomst
superficie de contacto raakvlak
Traducir Contacto en otros idiomas
Traducir contacto en Inglés
Traducir contacto en Alemán
Traducir contacto en Francés
Traducir contacto en Italiano
Traducir contacto en Portugués
Traducir contacto en Esloveno
Traducir contacto en Polaco
Traducir contacto en Checo