Cuidar — Español Holandés traducción21 Traducción encontrado

cuidar (v) (paciente) verzorgen (v) (paciente)
cuidar (v) (animales) bedwingen (v) (animales)
cuidar (v) (controlar) hoeden (v) (controlar)
cuidar (v) (consideración) omkijken naar (v) (consideración)
cuidar (v) (general) gadeslaan (v) (general)
cuidar (v) (animales) bewaken (v) (animales)
cuidar (v) (controlar) beteugelen (v) (controlar)
cuidar (v) (controlar) in bedwang houden (v) (controlar)
cuidar (v) (animales) in bedwang houden (v) (animales)
cuidar (v) (paciente) zorgen voor (v) (paciente)
cuidar (v) (controlar) bewaken (v) (controlar)
cuidar (v) (consideración) zich bekommeren om (v) (consideración)
cuidar (v) (animales) in toom houden (v) (animales)
cuidar (v) (animales) beteugelen (v) (animales)
cuidar (v) (general) letten op (v) (general)
cuidar (v) (paciente) verplegen (v) (paciente)
cuidar (v) (consideración) omzien naar (v) (consideración)
cuidar (v) (animales) hoeden (v) (animales)
cuidar (v) (controlar) in toom houden (v) (controlar)
cuidar (v) (general) in de gaten houden (v) (general)
cuidar (v) (controlar) bedwingen (v) (controlar)
Cuidar ejemplos8 ejemplos encontrado
cuidar a zich bezighouden met
cuidar a zorgen voor
cuidar a verzorgen
cuidar de zorgen voor
cuidar de verzorgen
cuidar de letten op
cuidar de letten op
cuidar de toezien op
Traducir Cuidar en otros idiomas
Traducir cuidar en Inglés
Traducir cuidar en Alemán
Traducir cuidar en Francés
Traducir cuidar en Italiano
Traducir cuidar en Portugués
Traducir cuidar en Esloveno
Traducir cuidar en Polaco
Traducir cuidar en Checo