Dejar — Español Holandés traducción63 traducciones encontrado

dejar (v) (permiso) overlaten (v) (permiso)
dejar (v) (mensaje) achterlaten (v) (mensaje)
dejar (v) (amor) de bons geven (v) (amor)
dejar (v) (mensaje) nalaten (v) (mensaje)
dejar (v) (pedazo) veroorloven (v) (pedazo)
dejar (v) (empleo) ontslag nemen (v) (empleo)
dejar (v) (actividad) een eind maken aan (v) (actividad)
dejar (v) (olvidar) laten staan (v) (olvidar)
dejar (v) (pedazo) toestaan (v) (pedazo)
dejar (v) (relación) weggaan van (v) (relación)
dejar (v) (objetos) laten (v) (objetos)
dejar (v) (entregar) afleveren (v) (entregar)
dejar (v) (empleo) neerzetten (v) (empleo)
dejar (v) (relación) verlaten (n) (v) (relación)
dejar (v) (objetos) opgeven (n) (v) (objetos)
dejar (v) (condición) toelaten (v) (condición)
dejar (v) (tiempo) opschuiven (v) (tiempo)
dejar (v) (tiempo) schorten (v) (tiempo)
dejar (v) (pedazo) laten (v) (pedazo)
dejar (v) (objetos) neerleggen (v) (objetos)
dejar (v) (correspondencia) achterlaten (v) (correspondencia)
dejar (v) (legado) nalaten (v) (legado)
dejar (v) (legado) afgeven (v) (legado)
dejar (v) (amor) aan de kant zetten (v) (amor)
dejar (v) (tiempo) uitstellen (v) (tiempo)
dejar (v) (objetos) laten staan (v) (objetos)
dejar (v) (permiso) veroorloven (v) (permiso)
dejar (v) (tiempo) naar later verschuiven (v) (tiempo)
dejar (v) (permiso) laten (v) (permiso)
dejar (v) (objetos) achterlaten (v) (objetos)
dejar (v) (empleo) neerleggen (v) (empleo)
dejar (v) (actividad) ophouden (n) (v) (actividad)
dejar (v) (empleo) opgeven (n) (v) (empleo)
dejar (v) (objetos) laten liggen (v) (objetos)
dejar (v) (permiso) toestaan (v) (permiso)
dejar (v) (permiso) toelaten (v) (permiso)
dejar (v) (tiempo) verschuiven (v) (tiempo)
dejar (v) (tiempo) laten staan (v) (tiempo)
dejar (v) (actividad) stoppen (n) (v) (actividad)
dejar (v) (mensaje) afgeven (v) (mensaje)
dejar (v) (amor) dumpen (v) (amor)
dejar (v) (tiempo) op de lange baan schuiven (v) (tiempo)
dejar (v) (tiempo) laten liggen (v) (tiempo)
dejar (v) (tiempo) opschorten (v) (tiempo)
dejar (v) (condición) permitteren (v) (condición)
dejar (v) (actividad) beëindigen (v) (actividad)
dejar (v) (legado) achterlaten (v) (legado)
dejar (v) (objetos) neerzetten (v) (objetos)
dejar (v) (correspondencia) nalaten (v) (correspondencia)
dejar (v) (condición) veroorloven (v) (condición)
dejar (v) (actividad) ermee ophouden (v) (actividad)
dejar (v) (pedazo) overlaten (v) (pedazo)
dejar (v) (olvidar) laten liggen (v) (olvidar)
dejar (v) (tiempo) laten (v) (tiempo)
dejar (v) (dar) missen (v) (dar)
dejar (v) (olvidar) laten (v) (olvidar)
dejar (v) (actividad) er de brui aan geven (v) (actividad)
dejar (v) (correspondencia) afgeven (v) (correspondencia)
dejar (v) (objetos) ontslag nemen (v) (objetos)
dejar (v) (entregar) afzetten (n) (v) (entregar)
dejar (v) (pedazo) toelaten (v) (pedazo)
dejar (v) (condición) toestaan (v) (condición)
dejar (v) (permiso) permitteren (v) (permiso)
Dejar ejemplos111 ejemplos encontrado
dejar atrás achter zich laten
dejar atrás achter zich laten
dejar atrás overtreffen
dejar atrás achterlaten
dejar atrás voorbijlopen
dejar atrás verlaten
dejar atrás voorbijstreven
dejar atrás in de steek laten
dejar bajar laten uitstappen
dejar caer neersmakken
dejar caer neerkwakken
dejar caer laten vallen
dejar caer neersmijten
dejar caer neerploffen
dejar caer neergooien
dejar ciego blind maken
dejar ciego verblinden
dejar de verzuimen
dejar de ophouden met
dejar de stoppen met
dejar de stoppen
dejar de verzuimen
dejar de opgeven
dejar de nalaten
dejar de nalaten
dejar de afhaken
dejar de ophouden
dejar de laten varen
dejar de lado geen aandacht schenken aan
dejar de lado links laten liggen
dejar de lado naar later verschuiven
dejar de lado buiten beschouwing laten
dejar de lado niet serieus nemen
dejar de lado over het hoofd zien
dejar de lado schorten
dejar de lado op de lange baan schuiven
dejar de lado verschuiven
dejar de lado opschuiven
dejar de lado opschorten
dejar de lado uitstellen
dejar de venir niet komen opdagen
dejar de venir het laten afweten
dejar en paz iets laten rusten
dejar en paz met rust laten
dejar entrar toelaten
dejar entrar binnenlaten
dejar entrar toelaten
dejar entrar binnenlaten
dejar entrar toelaten
dejar entrar doorlaten
dejar entrar doorlaten
dejar entrar binnenlaten
dejar entrar doorlaten
dejar escapar verklappen
dejar escapar uit de school klappen
dejar escapar zich verspreken
dejar escurrir laten afdruipen
dejar estar laten rusten
dejar estar ermee ophouden
dejar fuera verdringen
dejar fuera buitensluiten
dejar libre vrijhouden
dejar libre reserveren
dejar libre op vrije voeten stellen
dejar libre ontruimen
dejar libre vrijlaten
dejar libre loslaten
dejar pasar verkijken
dejar pasar verkijken
dejar pasar vrijuit laten gaan
dejar pasar verloren laten gaan
dejar pasar verloren laten gaan
dejar pasar verspelen
dejar pasar verspelen
dejar pasar onderuit laten komen
dejar pasar doorlaten
dejar pasar weggooien
dejar pasar zich laten ontglippen
dejar pasar laten gaan
dejar pasar laten voorbijgaan
dejar pasar zich laten ontglippen
dejar pasar over het hoofd zien
dejar pasar weggooien
dejar pasar missen
dejar pasar missen
dejar pasar laten schieten
dejar saber kenbaar maken aan
dejar salir laten gaan
dejar salir uitlaten
dejar sitio opzij gaan staan
dejar sitio aan de kant gaan staan
dejar sitio opzij gaan
dejar sitio plaats maken
dejar sitio uit de weg gaan
dejar sitio wijken
dejar terminar laten uitpraten
dejar terminar uithoren
dejar vacío leeghalen
dejar vacío uitruimen
dejar vacío in orde brengen
dejar vacío leegmaken
dejar vacío opruimen
dejar vacío schoonmaken
dejar vacío uitmesten
dejar perplejo verbijsteren
dejar perplejo in de war brengen
dejar perplejo van de wijs brengen
dejar perplejo uit zijn evenwicht brengen
dejar perplejo verwarren
dejar perplejo voor een raadsel stellen
dejar perplejo van zijn stuk brengen
Traducir Dejar en otros idiomas
Traducir dejar en Inglés
Traducir dejar en Alemán
Traducir dejar en Francés
Traducir dejar en Italiano
Traducir dejar en Portugués
Traducir dejar en Esloveno
Traducir dejar en Polaco
Traducir dejar en Checo