echar
(v)
(líquido)
|
pompen
(v)
(líquido)
|
echado
echan
echas
echaban
echabas
|
gepompt
pompen
pompt
pompten
pompte
|
echar
(v)
(general)
|
afdanken
(v)
(general)
|
echado
echan
echas
echaban
echabas
|
afgedankt
dankt af
danken af
dankte af
dankten af
|
echar
(v)
(general)
|
wegsmijten
(v)
(general)
|
echado
echan
echas
echaban
echabas
|
weggesmeten
smijten weg
smijt weg
smeet weg
smeten weg
|
echar
(v)
(objetos)
|
aan de dijk zetten
(v)
(objetos)
|
echar
(v)
(objetos)
|
afdanken
(v)
(objetos)
|
echado
echan
echas
echaban
echabas
|
afgedankt
dankt af
danken af
dankte af
dankten af
|
echar
(v)
(persona)
|
uitgooien
(v)
(persona)
|
echado
echan
echas
echaban
echabas
|
uitgegooid
gooit uit
gooien uit
gooide uit
gooiden uit
|
echar
(v)
(general)
|
zich ontdoen van
(v)
(general)
|
echar
(v)
(gente)
|
uitzetten
(v)
(gente)
|
echado
echan
echas
echaban
echabas
|
uitgezet
zetten uit
zet uit
zette uit
zetten uit
|
echar
(v)
(persona)
|
eruit gooien
(v)
(persona)
|
echar
(v)
(gente)
|
verstoten
(v)
(gente)
|
echado
echan
echas
echaban
echabas
|
verstoten
verstoot
verstoten
verstiet
verstieten
|
echar
(v)
(general)
|
wegdoen
(v)
(general)
|
echado
echan
echas
echaban
echabas
|
weggedaan
doet weg
doen weg
deed weg
deden weg
|
echar
(v)
(persona)
|
verjagen
(v)
(persona)
|
echado
echan
echas
echaban
echabas
|
verjaagd
verjagen
verjaagt
verjoeg
verjoegen
|
echar
(v)
(general)
|
weggooien
(v)
(general)
|
echado
echan
echas
echaban
echabas
|
weggegooid
gooien weg
gooit weg
gooiden weg
gooide weg
|
echar
(v)
(gente)
|
uitgooien
(v)
(gente)
|
echado
echan
echas
echaban
echabas
|
uitgegooid
gooit uit
gooien uit
gooide uit
gooiden uit
|
echar
(v)
(objetos)
|
zich ontdoen van
(v)
(objetos)
|
echar
(v)
(persona)
|
eruit donderen
(v)
(persona)
|
echar
(v)
(persona)
|
verstoten
(v)
(persona)
|
echado
echan
echas
echaban
echabas
|
verstoten
verstoot
verstoten
verstiet
verstieten
|
echar
(v)
(objetos)
|
wegdoen
(v)
(objetos)
|
echado
echan
echas
echaban
echabas
|
weggedaan
doet weg
doen weg
deed weg
deden weg
|
echar
(v)
(gente)
|
verjagen
(v)
(gente)
|
echado
echan
echas
echaban
echabas
|
verjaagd
verjagen
verjaagt
verjoeg
verjoegen
|
echar
(v)
(culinario)
|
strooien
(v)
(culinario)
|
echado
echan
echas
echaban
echabas
|
gestrooid
strooien
strooit
strooide
strooiden
|
echar
(v)
(persona)
|
uitstoten
(v)
(persona)
|
echado
echan
echas
echaban
echabas
|
uitgestoten
stoten uit
stoot uit
stieten uit
stiet uit
|
echar
(v)
(objetos)
|
wegsmijten
(v)
(objetos)
|
echado
echan
echas
echaban
echabas
|
weggesmeten
smijten weg
smijt weg
smeet weg
smeten weg
|
echar
(v)
(general)
|
aan de dijk zetten
(v)
(general)
|
echar
(v)
(objetos)
|
weggooien
(v)
(objetos)
|
echado
echan
echas
echaban
echabas
|
weggegooid
gooien weg
gooit weg
gooiden weg
gooide weg
|
echar
(v)
(persona)
|
wegsturen
(n)
(v)
(persona)
|
echado
echan
echas
echaban
echabas
|
weggestuurd
sturen weg
stuurt weg
stuurden weg
stuurde weg
|
echar
(v)
(persona)
|
eruit zetten
(v)
(persona)
|
echar
(v)
(persona)
|
uitzetten
(v)
(persona)
|
echado
echan
echas
echaban
echabas
|
uitgezet
zetten uit
zet uit
zette uit
zetten uit
|