erosionar
(v)
(naturaleza)
|
uitslijten
(v)
(naturaleza)
|
erosionado
erosionan
erosionas
erosionaban
erosionabas
|
uitgesleten
slijten uit
slijt uit
sleet uit
sleten uit
|
erosionar
(v)
(naturaleza)
|
eroderen
(v)
(naturaleza)
|
erosionado
erosionan
erosionas
erosionaban
erosionabas
|
geërodeerd
eroderen
erodeerden
|
erosionar
(v)
(erosión)
|
uitschuren
(v)
(erosión)
|
erosionado
erosionan
erosionas
erosionaban
erosionabas
|
uitgeschuurd
schuren uit
schuurt uit
schuurden uit
schuurde uit
|
erosionar
(v)
(erosión)
|
eroderen
(v)
(erosión)
|
erosionado
erosionan
erosionas
erosionaban
erosionabas
|
geërodeerd
eroderen
erodeerden
|
erosionar
(v)
(erosión)
|
uitslijten
(v)
(erosión)
|
erosionado
erosionan
erosionas
erosionaban
erosionabas
|
uitgesleten
slijten uit
slijt uit
sleet uit
sleten uit
|
erosionar
(v)
(naturaleza)
|
afslijten
(v)
(naturaleza)
|
erosionado
erosionan
erosionas
erosionaban
erosionabas
|
afgesleten
slijt af
slijten af
sleet af
sleten af
|
erosionar
(v)
(naturaleza)
|
uitschuren
(v)
(naturaleza)
|
erosionado
erosionan
erosionas
erosionaban
erosionabas
|
uitgeschuurd
schuren uit
schuurt uit
schuurden uit
schuurde uit
|
erosionar
(v)
(erosión)
|
afslijten
(v)
(erosión)
|
erosionado
erosionan
erosionas
erosionaban
erosionabas
|
afgesleten
slijt af
slijten af
sleet af
sleten af
|