maquillar
(v)
(cuidado de belleza)
|
schminken
(v)
(cuidado de belleza)
|
maquillado
maquillan
maquillas
maquillabas
maquillaban
|
geschminkt
schminken
schminkt
schminkte
schminkten
|
maquillar
(v)
(cine - teatro)
|
grimeren
(v)
(cine - teatro)
|
maquillado
maquillan
maquillas
maquillabas
maquillaban
|
gegrimeerd
grimeert
grimeren
grimeerde
grimeerden
|
maquillar
(v)
(cine - teatro)
|
opmaken
(v)
(cine - teatro)
|
maquillado
maquillan
maquillas
maquillabas
maquillaban
|
opgemaakt
maken op
maakt op
maakte op
maakten op
|
maquillar
(v)
(cuidado de belleza)
|
grimeren
(v)
(cuidado de belleza)
|
maquillado
maquillan
maquillas
maquillabas
maquillaban
|
gegrimeerd
grimeert
grimeren
grimeerde
grimeerden
|
maquillar
(v)
(cuidado de belleza)
|
opmaken
(v)
(cuidado de belleza)
|
maquillado
maquillan
maquillas
maquillabas
maquillaban
|
opgemaakt
maken op
maakt op
maakte op
maakten op
|
maquillar
(v)
(cine - teatro)
|
schminken
(v)
(cine - teatro)
|
maquillado
maquillan
maquillas
maquillabas
maquillaban
|
geschminkt
schminken
schminkt
schminkte
schminkten
|