Probar — Español Holandés traducción27 traducciones encontrado

probar (v) (vestuario) aanpassen (v) (vestuario)
probar (v) (verdad) staven (v) (verdad)
probar (v) (técnico) uitproberen (v) (técnico)
probar (v) (técnico) testen (n) (v) (técnico)
probar (v) (calidad) beproeven (v) (calidad)
probar (v) (general) het bewijs geven van (v) (general)
probar (v) (poner a prueba) uitproberen (v) (poner a prueba)
probar (v) (comida) proeven (v) (comida)
probar (v) (producto) uittesten (v) (producto)
probar (v) (demostrar) bewijzen (v) (demostrar)
probar (v) (general) aantonen (v) (general)
probar (v) (derecho) het bewijs geven van (v) (derecho)
probar (v) (técnico) beproeven (v) (técnico)
probar (v) (verdad) bewijzen (v) (verdad)
probar (v) (poner a prueba) onderzoeken (v) (poner a prueba)
probar (v) (verdad) substantiëren (v) (verdad)
probar (v) (general) bewijzen (v) (general)
probar (v) (derecho) aantonen (v) (derecho)
probar (v) (demostrar) het bewijs geven van (v) (demostrar)
probar (v) (calidad) proberen (v) (calidad)
probar (v) (demostrar) aantonen (v) (demostrar)
probar (v) (poner a prueba) testen (n) (v) (poner a prueba)
probar (v) (poner a prueba) beproeven (v) (poner a prueba)
probar (v) (derecho) bewijzen (v) (derecho)
probar (v) (técnico) onderzoeken (v) (técnico)
probar (o) (general) een poging wagen (o) (general)
probar (o) (general) het proberen (o) (general)
Probar ejemplos2 ejemplos encontrado
probar la suerte zijn geluk beproeven
probar la suerte een poging wagen
Traducir Probar en otros idiomas
Traducir probar en Inglés
Traducir probar en Alemán
Traducir probar en Francés
Traducir probar en Italiano
Traducir probar en Portugués
Traducir probar en Esloveno
Traducir probar en Polaco
Traducir probar en Checo