replicar
(v)
(instrucción)
|
tegenspreken
(v)
(instrucción)
|
replicado
replicas
replican
replicabas
replicaban
|
tegengesproken
spreken tegen
spreekt tegen
spraken tegen
sprak tegen
|
replicar
(v)
(respuesta)
|
scherp antwoorden
(v)
(respuesta)
|
replicar
(v)
(instrucción)
|
gevat antwoorden
(v)
(instrucción)
|
replicar
(v)
(respuesta)
|
antwoorden
(v)
(respuesta)
|
replicado
replicas
replican
replicabas
replicaban
|
geantwoord
antwoorden
antwoordt
antwoordden
antwoordde
|
replicar
(v)
(respuesta)
|
gevat antwoorden
(v)
(respuesta)
|
replicar
(v)
(instrucción)
|
antwoorden
(v)
(instrucción)
|
replicado
replicas
replican
replicabas
replicaban
|
geantwoord
antwoorden
antwoordt
antwoordden
antwoordde
|
replicar
(v)
(instrucción)
|
repliceren
(v)
(instrucción)
|
replicado
replicas
replican
replicabas
replicaban
|
gerepliceerd
repliceert
repliceren
repliceerde
repliceerden
|
replicar
(v)
(respuesta)
|
tegenspreken
(v)
(respuesta)
|
replicado
replicas
replican
replicabas
replicaban
|
tegengesproken
spreken tegen
spreekt tegen
spraken tegen
sprak tegen
|
replicar
(v)
(respuesta)
|
repliceren
(v)
(respuesta)
|
replicado
replicas
replican
replicabas
replicaban
|
gerepliceerd
repliceert
repliceren
repliceerde
repliceerden
|