Señalar — Español Holandés traducción49 traducciones encontrado

señalar (v) (importancia) een indicatie zijn voor (v) (importancia)
señalar (v) (medicina) indiceren (v) (medicina)
señalar (v) (diferencia) markeren (v) (diferencia)
señalar (v) (indicio) suggereren (v) (indicio)
señalar (v) (indicio) wijzen op (v) (indicio)
señalar (v) (consideración) opmerkzaam maken op (v) (consideración)
señalar (v) (importancia) een teken zijn voor (v) (importancia)
señalar (v) (importancia) betekenen (v) (importancia)
señalar (v) (indicio) een indicatie zijn voor (v) (indicio)
señalar (v) (mencionar) melding maken van (v) (mencionar)
señalar (v) (importancia) belang hebben (v) (importancia)
señalar (v) (general) onderscheiden (v) (general)
señalar (v) (importancia) een teken zijn van (v) (importancia)
señalar (v) (dirección) duiden op (v) (dirección)
señalar (v) (indicio) een teken zijn voor (v) (indicio)
señalar (v) (consideración) attenderen op (v) (consideración)
señalar (v) (importancia) suggereren (v) (importancia)
señalar (v) (indicar) wijzen op (v) (indicar)
señalar (v) (importancia) duiden op (v) (importancia)
señalar (v) (dirección) een teken zijn voor (v) (dirección)
señalar (v) (advertencia) een teken geven (v) (advertencia)
señalar (v) (general) kenmerken (v) (general)
señalar (v) (dedo) wijzen (v) (dedo)
señalar (v) (general) markeren (v) (general)
señalar (v) (dirección) suggereren (v) (dirección)
señalar (v) (importancia) wijzen op (v) (importancia)
señalar (v) (consideración) attent maken op (v) (consideración)
señalar (v) (dirección) wijzen naar (v) (dirección)
señalar (v) (medicina) suggereren (v) (medicina)
señalar (v) (consideración) wijzen op (v) (consideración)
señalar (v) (indicar) suggereren (v) (indicar)
señalar (v) (indicio) een teken zijn van (v) (indicio)
señalar (v) (advertencia) signaleren (v) (advertencia)
señalar (v) (importancia) een aanwijzing zijn voor (v) (importancia)
señalar (v) (dedo) tonen (n) (v) (dedo)
señalar (v) (diferencia) kenmerken (v) (diferencia)
señalar (v) (mencionar) opmerken (v) (mencionar)
señalar (v) (indicar) een teken zijn van (v) (indicar)
señalar (v) (diferencia) onderscheiden (v) (diferencia)
señalar (v) (dirección) wijzen op (v) (dirección)
señalar (v) (indicar) duiden op (v) (indicar)
señalar (v) (indicio) wijzen naar (v) (indicio)
señalar (v) (indicio) betekenen (v) (indicio)
señalar (v) (dirección) een indicatie zijn voor (v) (dirección)
señalar (v) (mencionar) aandacht vestigen op (v) (mencionar)
señalar (v) (indicio) een aanwijzing zijn voor (v) (indicio)
señalar (v) (consideración) aandacht vestigen op (v) (consideración)
señalar (v) (dirección) een aanwijzing zijn voor (v) (dirección)
señalar (v) (indicio) duiden op (v) (indicio)
Traducir Señalar en otros idiomas
Traducir señalar en Inglés
Traducir señalar en Alemán
Traducir señalar en Francés
Traducir señalar en Italiano
Traducir señalar en Portugués
Traducir señalar en Esloveno
Traducir señalar en Polaco
Traducir señalar en Checo