suscitar
(v)
(sentimiento)
|
prikkelen
(v)
(sentimiento)
|
suscitado
suscitan
suscitas
suscitabas
suscitaban
|
geprikkeld
prikkelt
prikkelen
prikkelden
prikkelde
|
suscitar
(v)
(sentimiento)
|
opwekken
(n)
(v)
(sentimiento)
|
suscitado
suscitan
suscitas
suscitabas
suscitaban
|
opgewekt
wekken op
wekt op
wekte op
wekten op
|
suscitar
(v)
(sentimiento)
|
opwinden
(v)
(sentimiento)
|
suscitado
suscitan
suscitas
suscitabas
suscitaban
|
opgewonden
windt op
winden op
wonden op
wond op
|
suscitar
(v)
(sentimiento)
|
aanwakkeren
(v)
(sentimiento)
|
suscitado
suscitan
suscitas
suscitabas
suscitaban
|
aangewakkerd
wakkert aan
wakkeren aan
wakkerden aan
wakkerde aan
|
suscitar
(v)
(sensación mental)
|
wekken
(v)
(sensación mental)
|
suscitado
suscitan
suscitas
suscitabas
suscitaban
|
gewekt
wekken
wekt
wekte
wekten
|
suscitar
(v)
(sentimiento)
|
stimuleren
(v)
(sentimiento)
|
suscitado
suscitan
suscitas
suscitabas
suscitaban
|
gestimuleerd
stimuleert
stimuleren
stimuleerde
stimuleerden
|
suscitar
(v)
(sensación mental)
|
oproepen
(v)
(sensación mental)
|
suscitado
suscitan
suscitas
suscitabas
suscitaban
|
opgeroepen
roepen op
roept op
riep op
riepen op
|